Nieuws

In gesprek met baanwielrentalent Kim Kalee

Dat een NOC*NSF talentdag je wereld op zijn kop kan zetten heeft Kim Kalee aan den lijve ondervonden! Kim heeft van kleins af aan met veel plezier geturnd, maar toen haar vriendinnetjes stopten, werd de pret minder. Dus wilde zij op zoek naar een andere sport en de talentdag in 2016 in het Topsportcentrum Almere, leek haar een goed uitgangspunt. En dat heeft zij geweten!

Jij bent dus ontdekt tijdens de NOC*NSF talentdag in 2016 in Almere en daarna nam jouw sportcarrière een vlucht. Kun je in het kort vertellen waarom jij aan die talentdag toen hebt meegedaan en wat er daarna gebeurde?

Klopt, ik heb eind 2016 meegedaan aan de Talentendag van het NOC*NSF in Almere Poort. Ik heb van kleins af aan altijd op turnen gezeten, wat ik toen heel erg leuk vond. Naarmate ik wat ouder werd en mijn vriendinnetjes gingen stoppen, werd de pret minder. Toen kwam mijn moeder met het nieuwsbericht uit de krant over een talentendag. Dat leek me wel leuk om aan mee te doen aangezien ik naar een andere sport op zoek was. Ik koos inderdaad voor het profiel explosief en snel aangezien ik altijd wel redelijk snel kon rennen. Op die dag moest ik een ren test doen, een test voor rugby en een wattbike test. Uit de wattbike test kwam naar voren dat ik best veel wattages weg kon trappen en nam de talentencoach van het baanwielrennen contact met mij op. Na te hebben meegetraind en mee te zijn geweest op trainingskamp was ik helemaal om en woon ik sinds 2018 op Papendal.

Dat is dus twee jaar nadat je aan de talentdag hebt meegedaan. Dat is best snel, ik kan me zo voorstellen dat het wel wat tijd heeft gekost om daar te aarden, ver van familie en vrienden.

De keuze om naar Papendal over te gaan vond ik best wel lastig. Ik was op dat moment 15 jaar en zat pas in de vierde klas. Na lang te hebben getwijfeld hebben we afgesproken om het gewoon te proberen en vond ik het echt niks kon ik altijd nog terug. Eenmaal op Papendal vond ik het alleen zijn best wel moeilijk in het begin. Je komt natuurlijk als ‘nieuweling’ tussen allemaal sporters te wonen, terwijl ik pas een half jaartje wist hoe mijn sport überhaupt werkt! Gelukkig had ik een heel lief team en vond ik na een paar weken steeds meer mijn draai. Wel keek ik zeker in het begin uit naar het weekend omdat ik dan weer lekker thuis was. Toch heeft het zo vroeg uit huis wonen mij wel zelfstandiger gemaakt. Ik moest bijvoorbeeld nu zelf mijn broodjes smeren om mee naar school te nemen, terwijl thuis dat lekker voor je gedaan werd. Als ik terugkijk denk ik nog steeds dat het de juiste keuze is geweest en zie ik nu hoeveel ik als persoon gegroeid ben en mag daar best trots op zijn!

Dat mag je zeker! Hoe vonden je ouders het dat jij als 15-jarige verhuisde naar Papendal? 

Mijn ouders lieten dat toen die tijd niet zo erg merken dat zij het ook heel erg wennen vonden. Vooral mijn moeder. Ze zagen natuurlijk dat ik het heel erg spannend vond en in het begin blij was als ik weer een weekend thuis was. Nu hebben we het er weleens over en hoor ik vooral van mijn moeder dat ze het weleens lastig had om mij zondagavond weer naar Arnhem te brengen. Ik ben blij dat ze me gesteund hebben om de overstap te maken.

Naast het trainen, wat doe jij nog meer? Studeer je nog of werk je al?

Ik studeer fysiotherapie op Papendal bij de HAN. Ik zit hierbij in een klas met andere topsporters, wat het fijn maakt om samen te werken. Ik zit nu in het tweede jaar en vind de studie erg interessant. Ik hoop dan ook later in de sportfysiotherapie terecht te komen.

Wat vind jij zo leuk aan baanwielrennen? Je komt uit de turnsport en dan is dit wel een compleet andere richting!

Het leukste aan baanwielrennen vind ik de snelheid. Ik doe natuurlijk de sprint discipline wat inhoudt dat we de korte en explosieve afstanden doen. Het mooiste gevoel is als je een 200m rijdt en je voelt dat je heel hard de baan rond gaat. Als je dan op het bord kijkt en een hele snelle tijd hebt neergezet. Ook vind ik het leuk dat het zo divers is. Je kan je bijvoorbeeld specialiseren op de start ronde van de teamsprint. Dan train je echt om 1 ronde super hard te kunnen fietsen om zo je team goed af te lossen. Daarnaast heb je ook de tactische onderdelen zoals het sprinttoernooi en de keirin. Hierbij moet je naast hard trappen ook nog goed het spelletje kunnen spelen. De keirin is mijn favoriete onderdeel.

Je traint veel en studeert, dat kost veel tijd. Hoe ziet een doorsnee week er voor jou uit?

Onze weken zijn afhankelijk van in welk trainingsblok we op dat moment zitten. Soms zitten we in een duurblok en zitten we helemaal niet op de baan. We willen dan uithoudingsvermogen kweken en zitten we drie keer per week op de wegfiets. Een ander blok is bijvoorbeeld om sterk in het krachthonk te worden, dan fietsen we minder op de baan en doen we juist 3x per week krachttraining. De standaard week is als volgt: 3x per week baantraining, 2x per week krachttraining en in het weekend doen we een herstel ritje op de wegfiets.

Als je terugkijkt op je sportcarrière tot nu toe, wat heeft dat jou gebracht? 

Het heeft me vooral heel veel plezier gebracht. Ik vind het heel mooi om op een plek te mogen wonen en trainen waar iedereen probeert om zo goed mogelijk in zijn of haar sport te worden. Het meest trots ben ik op de overstap van het talententeam naar het topsportteam dat ik recentelijk gemaakt heb. Nu is het weer een tandje serieuzer en een stapje dichterbij mijn ultieme doel: de Olympische Spelen. Verbeterpunten voor de toekomst zijn simpelweg sterker worden. In onze sport is kracht en domweg veel wattages weg trappen heel belangrijk en op dat gebied ben ik er ook nog zeker niet. Ik ben nog jong en kan nog heel wat uren in het krachthonk maken en moet ik mezelf ook wat tijd gunnen.

En als je naar de toekomst kijkt, hoe zou je willen dat deze eruit komt te zien? En wat moet je doen om dat te bereiken?

De Spelen van Parijs zijn nog te vroeg dus focussen we ons nu op LA. Daar hoop ik mij natuurlijk voor te kwalificeren. Ook lijkt het me heel tof om binnen een jaar mee te mogen starten op de teamsprint van de dames. Verder ben ik dit jaar laatste jaar belofte en hoop ik op het EK U23 in juli een medaille te behalen.

Jouw weg naar de top, je bent al een heel eind! Heb je voor jezelf ook een soort tijdsplanning, of bekijk je het per seizoen?

Ik kijk altijd een jaar vooruit. Welke wedstrijden wil ik rijden? En op welke wedstrijden wil ik goed zijn? Om op je piekniveau te komen moet je best wat maanden van tevoren beginnen met opbouwen, daarom is het van belang dat onze prestatie momenten ruim van tevoren gepland zijn.

Dan de laatste vraag: hoe ziet het komende seizoen er voor jou uit, waar ga jij je op focussen?

Komend seizoen rij ik wat kleinere internationale wedstrijden in België en Duitsland. Dan hebben we eind december het NK baanwielrennen in Apeldoorn. Naar dit NK werken wij dan ook toe en hoop ik weer een stukje sneller te zijn.

Dat gaat je vast lukken! Wij wensen je heel veel succes en zien je in LA!

In gesprek met baanwielrentalent Kim Kalee